Aan het begin van de 16e eeuw werd gezegd dat de “Spijtigen Duivel” “Engel” heette. Maar de eigenaresse van dit etablissement, een zekere Bette, ging door voor een vrouw met een sterk karakter, in die mate dat ze schrander en eerlijk gezegd chagrijnig zou zijn. Op een dag kwam er een heer die, met een houding van hooghartige nonchalance, de teugels van zijn paard overhandigde aan de plaatselijke bediende, een zekere Tontje. Opnieuw bestelde hij een diner, waarbij hij terloops liet doorschemeren dat hij niet van plan was te wachten, omdat hij erg gehaast was. Maar voordat hij zelfs maar zijn schijntje kreeg, uitte hij veel protest en verwijten: de afwas was vuil, het tafellinnen was niet veel beter, de bediening was traag, enzovoort. Tegelijkertijd hield de vreemde heer nooit op Tontje te vleien, die, slachtoffer van de onophoudelijke verwijten en beledigingen van de heer des huizes, dat wil zeggen de echtgenoot van Bette, er grote trots op was en de aandacht trok. van zijn baas over de lof waarover hij het onderwerp was, vooral omdat de heer het bleef opgeven en de bediende vertelde dat hij verre van een dwaas was en dat hem een schitterende carrière wachtte in Brussel . Bette, die al een tijdje mosterd rook, kon het al snel niet meer aan en barstte letterlijk uit: ‘Goed! Goed ! Dit is heel goed, maar zal hij ons kunnen betalen, dit verleidelijke? Ze riep haar chagrijnige cliënt toe, voordat ze hem een oprecht sarcasme in het gezicht wierp. De man, springend in zijn stoel, zwaaide met zijn vuist, gewapend met een stuk perfect geknaagd kalfsvlees, en maakte zich bekend: het was Karel V zelf! In feite had Bette’s karakterreputatie de oren van de keizer bereikt en deze had besloten om ter plekke de realiteit van het populaire gerucht te gaan verifiëren: hij was nauwelijks teleurgesteld! Maar het moet gezegd worden, Bette’s houding beviel Karel V zeer, die het volgende tegen haar zei: ‘Je bent inderdaad de feeks die mij werd beschreven!’ Je hostel zou niet “In den Engel” moeten leren, maar “In den Spijtigen Duivel” – en nu wil ik dat het zo heet. “En zo werd hostel” Angel “(In den Engel) de brouwerij” Au Vieux Diable Furieux “(In den Spijtigen Duivel)!