Sommigen beweren dat de oorsprong van de brouwerij niet terug kan gaan tot vóór 1750 (waarschijnlijk tussen 1726 en 1741), terwijl anderen beweren dat het gebouw daar al in 1500 was gevestigd, waardoor het er een zou worden een van de oudste estaminets in Brussel. In 1769 werd deze herberg gevonden onder de naam “Spijtigen Duivel” op de Ferrari-kaart van het Zoniënwoud en onder de naam “Spytighen Duyvel”, op de 1771-1778 editie van dezelfde Ferrari-kaart. Op 8 april 1771 stellen we vast dat “Sieur Jean-Baptiste Ryckaert, inwoner van Elsene, aan Demoiselle Cécile Ryckaert echtgenote van Philippe Van Overstraeten een halve bonnier van aarde verkoopt met het huis met de naam“ Den Spytigen Duivel ”op de weg van Brussel tot Calevoet, goed afkomstig van wijlen Demoiselle Cécile Bartelyns weduwe van Sieur Jean Ryckaert haar moeder door testament overgegaan op 12 december 1762 voor notaris Jean-Baptiste Boogaerts (Notaris van Andrieu in het Algemeen Archief van het Koninkrijk – Mededeling door Henri de Pinchart – Ucclensia 154, p.11). Het is een van de weinige overgebleven gebouwen uit de tijd van de oprichting van de Chaussée d’Alsemberg (1726). Vanaf het begin van de 19e eeuw deed de Spijtigen Duivel dienst als koetshuis voor postkoetsen (die Calevoet met de rue de la Montagne in het centrum van Brussel verbond), waarvan wordt aangenomen dat de weg zelf niet bestond. pas, bevond zich op het kruispunt tussen de huidige Doyennéstraat (Kerkstraat) en de Joseph Bensstraat (Chemin de Forest), deze laatste verbindt Ukkel met Vorst. Het was in het hostel “Spijtigen Duivel” dat vóór 1827 de gemeenteraad van Ukkel vergaderde. In feite werd het etablissement rond 1790 geleid door een zekere Henri Trageniers, die toevallig ook gemeenteraadslid was. Dertig jaar later voerde notaris Delcor daar de verkoop van het kanton uit, onder toeziend oog van de baas Van den Branden. In de jaren 1860 lijkt het erop dat Charles Baudelaire en Victor Hugo de brouwerij van onze woedende duivel bezochten en dat ze op papier zouden hebben geschreven (zie in het hout van tafels die nu zijn verdwenen!) Enkele van hun gedachten. Om toegang te krijgen tot de Spijtigen Duivel vanuit Le Chat, namen we aan het einde van de 19e eeuw een pad genaamd Pispottenstrôtje (kleine straat met nachtpotten), omdat de bewoners van deze plaats deze containers droogden op de palen van de hekken. van de tuin! In 1907 verwierf de familie Pauwels (Jean, zijn vrouw, twee zonen en een dochter) de Spijtigen Duivel. In 1912 koos de Arbeidersbond van Ukkel de Spijtigen Duivel om de 41ste verjaardag van de Commune van Parijs te vieren. De genoemde bond was daar in 1887 opgericht, onder het voorzitterschap van Jean Eggerickx, op hetzelfde moment als een koor dat werd toevertrouwd aan het stokje van een dirigent genaamd pater Léger, die sinds het voorgaande jaar de leiding had over het socialistische koor. “L’Echo du Peuple”, gelegen rue d’Or (niet meer aanwezig). Destijds leidde vanuit de brouwerijtuin een houten trap naar boven, zoals blijkt uit een ets van Paul Craps. Voordat elektrisch biljarten zijn intrede deed, waren er tot 1948 (of 1946) in de tuin van Spijtigen Duivel nog een paar oude stamgasten die een spelletje platte houten ballen speelden. Het was waarschijnlijk de laatste wedstrijd in zijn soort in Ukkel.